Bron van welvaart.

Coöperatieve Zuivelvereniging Genemuiden – Vecolac – Coberco

Introductieprijs € 39,95

 

Zie ook verslag op: 

http://www.zuivelhistorie.nl/?Pageid=145

 

Met het boek Bron van welvaart. Coöperatieve Zuivelvereniging Genemuiden – Vecolac – Genemuiden 1898 – 1983 is Genemuiden omvangrijk stuk een agrarisch geschiedschrijving rijker. De publicatie (292 bladzijden, harde kaft, in kleur, groot formaat, ISBN 978-90-826233-3-8) telt ruim 310 illustraties waarvan meer dan 250 foto’s. Vele tientallen daarvan zijn nooit eerder vertoond.

 

Drie generaties

Uit de ledenlijsten van 1911, 1935  en 1953 (zie ook https://westhoffboeken.jimdo.com/ledenlijst-zuivelvereniging-genemuiden/) blijkt hoe honderden gezinnen in Genemuiden een stuk geschiedenis bij deze coöperatieve zuivelvereniging hebben liggen. In het boek zien we hoe een eerste generatie Ge­ne­muider vee­houders in 1897 al pionierend het coöperatieve zuivela­von­tuur be­gint. De tweede past in de jaren dertig de fabriek aan, breidt die uit en krijgt haar plaats in de regionale en landelijke zuivelver­ban­den. Het der­de geslacht moet het plaatselijk bedrijf en de eigen ver­eniging weer los­laten in de top-coöperatie Vecolac, waarna de ver­e­ni­ging in 1983 uit­eindelijk opgaat in de grote zuivelcoöperatie Co­ber­co. Kort gezegd zijn deze drie periodes te typeren met de woorden: le­­ren, investeren en sa­neren.

 

Verhalen

Gedurende een kleine honderd jaar zuivelgeschie­de­nis passeren een aantal grote thema’s uit de 20e eeuw, zoals de Eerste Wereld­oor­log, de Crisisjaren, georganiseerde veeziektebestrijding, de Twee­de Wereldoorlog en de Koude Oorlog. Daarbij is steeds de vraag op wel­ke wij­ze die ingrijpende tijdvakken doorwerken op agrarisch Ge­nemui­den. Alle onderzoekslijnen komen iedere keer weer in hetzelfde punt sa­men: de Coöperatieve Zuivelvereniging Genemuiden en haar fa­briek.

Te midden van deze zuivelontwikkelingen ontmoet u de familie Oostenbrug aan de Oosterkaai 13. Aardig is het feit dat de bekende dominee J.T. Doornenbal hier logeerde bij zijn studievriend Th. Oostenbrug. Ook nemen de foto’s u mee in de toenmalige zuivelfabriek. U ziet directeur G. Westhoff en de zuivelmannen in alle productiefases aan het werk. De diverse jubilea krijgen in woord en beeld volop aandacht.

 

De naoorlogse periode

De naoorlogse periode raakt de geschiedenis van Genemuiden op tal van wijzen aan de grote landelijke thema’s. Zo kreeg de zuivelfabriek te maken met de geldzuivering, het zogenaamde Tientje van Lieftink. Even bijzonder was de reis in september 1956 van de zuiveldirecteuren naar West-Berlijn in het toen nog afgesloten Oost-Duitsland. Foto’s van hotel en congresgebouw aldaar brengt deze reis een stuk dichter bij. En iets alledaags als de supermarkt de Spar blijkt in de geschiedenis van de middenstand en de zuivelverkoop een nieuwe fase in te luiden. Zij zou na verloop van tijd de hele verkoop van verse zuivel voor haar rekening nemen. Ook weinig bekend is de geheime commissie die tijdens de Koude Oorlog voor Genemuiden in het kader van de IJssellinie een compleet evacuatieplan voorbereidde. De Stafkaart van Mastenbroek met daar in de locaties waar de dijken doormiddel van springstof of doorgraving door stoken moesten worden laat zien hoe dichtbij deze catastrofe tijdens de Cubacrisis in oktober 1962 is geweest.

 

Top-coöperatie Vecolac

De jaren na de oorlog staan eveneens in het teken van nauwere samenwerking met andere zuivelfabrieken wat uitmondt in de top-coöperatie Vecolac. De geschiedenis van deze samenwerking van acht zuivelvereniging in 1963 rond Mastenbroek beslaat het laatste kwart van dit boek. Het zijn Wezep ‘Kamperveen’ (30 miljoen kg melk, Ir. J.G. Veening Jr. directeur), Zwolle ‘Hoop op Zegen’ (15, H. Zijsling), Wijhe (15,6, H. Zijsling), ’s Heerenbroek (14,2, H.M. v.d. Berg), Vollenhove (13,6, P. Goudriaan), Zwolle ‘De Eendracht’, (8,7, G. Hommes), Genemuiden (7,9, G. Westhoff) en Den Hust (7,5, A. Douma). De gebouwen van diverse toenmalige zuivelfabrieken blijken er nog te staan en zijn in beeld ingevoegd in het verhaal. De vorming van Vecolac ging met de nodige emoties gepaard, want het betekende in de kleine gemeenschappen veelal een eerste ervaring met de afstaan van een stukje lokale productie en bedrijvigheid aan een groter verband. Vecolac bleek echter niet het eind van alle zuiveldynamiek. Na een goed 20 jaar ging zij op haar beurt weer op in Coberco. Bij de overgang hield de Genemuider zuivelcoöperatie op te bestaan. Dit stuk agrarische geschiedenis van samenwerking en fusie in de jaren 1950 – 1983 gaat al met al ruim 2100 veehouders (1970) in de regio Zwolle aan.

 

 

Ruim twintig jaren onderzoek gingen aan deze publicatie vooraf. De informatie is op ordelijke en goed leesbare wijze beschikbaar gemaakt voor breder publiek. Voor Genemuiden verschijnt hiermee een nieuw geschiedenisboek met een heel eigen invalshoek.